Tekst: Judith Hellemons
“Bindingsangst, dat vind ik nou echt een excuus van mannen om zich niet te binden aan iemand en om maar rond te sletten”, zei een teamgenootje van me. “Je noemt hem je scharrel, maar is het dan alleen voor de lol of toch serieuzer?”, vroeg iemand anders zich af. Dit gesprek vond zich plaats tijdens een teamweekend van mijn softbalteam. Niemand lijkt het te begrijpen.
Ik ben een vrij nuchter persoon, dat laatst een vrij nuchter manspersoon ontmoette. Het bleek wel te klikken tussen ons en alles ging zo soepel. Deze man is ontzettend tof, zo tof dat ik besloot om mijn bindingsangst te overwinnen. Veel vrienden van mij snappen bindingsangst niet helemaal en misschien jij ook niet. Daarom nu, tadatadaaaaa, mijn uitleg. Wat zijn de symptomen van bindingsangst nou eigenlijk? Nou, na wat gegoogle op krakkemikkige websites heb ik een aantal voorbeelden kunnen vinden. Bijvoorbeeld de volgende:
Ik wil mijn vrijheid en onafhankelijkheid niet opgeven. Ik heb nog nooit een langdurige, stabiele relatie gehad.
Of:
Ik wil niet praten over samenwonen of kinderen krijgen. Dat ligt nog zover in de toekomst. Ik val altijd op mensen die geen interesse hebben in een vaste relatie.
Het is soms lastig om deze angst te overwinnen, maar diegene die nu ‘mijn verkering’ is (IEUW), gaat er met humor mee om. Hoe gaat dat dan zo ongeveer? Ik schets drie scenario’s voor degenen die geen benul hebben wat iemand met bindingsangst doormaakt.
1. De tandenborstel: het equivalent van een campingtocht door Zuid-Frankrijk
Toen ik vertelde over het tandenborstelincident zei iemand: “Jeetje Judith, als het uitgaat gooi je die fucking tandenborstel toch gewoon weg.” Maar zo werkt het niet in mijn brein. Een tandenborstel staat voor mij als de ultieme formule van burgerlijkheid, als hét symbool van iets serieuzers. Ik krijg geen adem meer. Ik zie al voor me hoe we over een X-aantal jaren met een camper door Zuid-Frankrijk gaan met de kinderen en daar ben ik nog helemaal NIET klaar voor.
Wat deed hij?
Met een ‘Ja Juudje, nu gaan we al bijna trouwen’ en een spottende lach, zorgde hij ervoor dat ik weer zachtjes op aarde landde na eerst in een donkergrijze wolk van paniek te hebben gezweefd. Want het is inderdaad maar een tandenborstel, een werktuig om te zorgen dat je tanden schoon worden. Een onschuldig ding.
2. De Dakhaaslancering: “Je gaat heel veel vrienden van mij ontmoeten”
In een gemoedstoestand die ik niet anders kan verklaren als een moment van overmoed en waanzin besloot ik hem uit te nodigen naar De Dakhaaslancering ‘Utrechtenaren’. Dit leek een heel leuk idee, want hij zou mijn stukjes in de verse editie als één van de eersten kunnen lezen. Totdat ik besefte dat mijn halve vriendengroep daar aanwezig zou zijn. PANIEK. Hij zou echt wel heel veel mensen ontmoeten die ik ken. Matcht dat wel? Gaat dit niet te snel? Houden mijn vrienden hem wel heel? Ik zei tegen hem: “Je gaat echt HEEL VEEL van mijn vrienden ontmoeten. Dit is echt freaking heftig.”
Wat hij deed en ik daarna dacht:
Hij grijnsde: “Krijgt Judith het een beetje heet onder de voeten?” Ja, HIJ vindt dit heel erg grappig. Hij lacht, hardop, om dit soort uitspraken van mij. Hij lacht zo hard, dat ik denk: misschien slaat het wel echt nergens op. Weer goed opgelost, vent. En wat bleek? Het was een superleuke avond.
3. Sommige dingen die hij zegt, zorgen ervoor dat ik weg wil rennen.
Uitspraken, daar flip ik misschien nog wel het meeste van. Enkele voorbeelden: “Als je ooit de muziek op mijn begrafenis moet bepalen; geen Italiaanse zangers alsjeblieft.” “Met mijn vorige scharrel/iets/date ging ik na twee maanden een weekendje naar Antwerpen.” “Ga je mee naar een concert in februari?” Holy whut? Februari? Dat ligt nog mijlenver in de toekomst. EEN WEEKENDJE WEG? Dat is iets wat stelletjes doen. Wij zijn al meer dan twee maanden aan het ‘ietsen’. Zijn wij een stel? Help, ik wil deze binding niet, maar toch ook weer wel. Als hij dit soort uitspraken appt of zegt dan denk ik alleen maar: blijf rustig, adem, tel tot tien en ik word nu weer heel snel die nuchtere persoon die ik eigenlijk ben.
Dus
Dus, bindingsangst, het bestaat echt, maar het hoeft niet in de weg te staan. Het gaat compleet om hoe jij en je ‘iets’ (woorden als partner of vriendje impliceren nog teveel) ermee omgaan. Mijn methode? Gewoon zeggen: “Hey, ik word banger van jouw tandenborstel in mijn badkamer, dan van bungeejumpen van de Dom.” Eerlijkheid, het werkt goed. Zo goed, dat ik zelfs mijn tandenborstel bij hem in de badkamer heb gelegd, zonder daar een grote paniekaanval van te hebben gekregen.