De Dakhaas Blog

Naroepen

Tekst: Denise Retera

Tot mijn negentiende woonde ik in Eindhoven. In mijn tienerjaren vond ik het niet fijn maar wel normaal als jongens daar tijdens het uitgaan aan mijn billen zaten of ‘Bienske!’ (straatwoordenboek.nl) naar me riepen. Sinds ik in Utrecht woon, heb ik minder last van dit soort uitspattingen, maar ook hier zijn naroepers actief, zoals tijdens de lezing over feminisme die ik laatst bijwoonde. Één van de spreeksters was een mooie, jonge vrouw. Toen ze het podium betrad, klonk achter me: ‘Goeie tieten!’ Hoewel ik me niet aangesproken voelde, keek ik achterom en zag twee jongens naar elkaar grijnzen. Toen ik even later nog eens keek, zaten ze aandachtig te luisteren en aantekeningen te maken.

Ik vond de opmerking naar, maar wist niet waarom. Mooie borsten zijn toch leuk en de jongens hadden aandacht voor de lezing. Na een gesprek met een vriendin begreep ik wat me dwarszat. Iemand op een podium heeft recht op een vorm van macht: de spreker spreekt en het publiek luistert. De tietenopmerking draait deze machtsrelatie om door totaal geen betrekking te hebben op de boodschap van de spreekster. De invloed van zo’n opmerking hangt ook af van de manier waarop iemand zijn bewondering voor de boezem uitspreekt. Als de ontvangende partij daarmee in verlegenheid wordt gebracht, vindt eveneens een verandering van de machtsverhouding plaats.

Op de Instagrampagina @dearcatcallers herroept Noa Jansma de autoriteit van mannen die haar naroepen door een selfie met hen te maken. Zij kijkt met een droge blik in de camera en hij staat erbij alsof ie met zijn idool op de foto mag. Soms kijkt hij wat beduusder, maar in een interview met Red Pers zei Noa dat, na twee weken, nog geen van de catcallers had gevraagd waarom ze eigenlijk op de selfie wilde met hen. Ik moest hardop lachen toen ik dit las, maar het liet me ook achter met een aantal vragen.

Hebben nafluiters door wat het effect van hun gedrag is op de nageflotene? Handelen zij vanuit een drang naar macht? En ervaren zij zo’n selfie als een ongewenste consequentie van hun gedrag? Ik realiseer me nu dat het zoeken naar een antwoord op deze vragen een streven is naar het pragmatisch uit de weg ruimen van de hindernis die catcallers heet. Hoewel veel vrouwen van de hindernis af willen, hoeft de aanpak de daders niet direct aan te vallen. Soms is het effectiever om eerst een algemeen bewustzijn omtrent de aanwezigheid van het obstakel te creëren.

Dit laatste is precies wat Noa met haar Instagramaccount doet. Inmiddels heeft ze al zo’n 350.000 volgers en naast het beeldmateriaal deelt ze ook de aard van de uitspraken die de naroepers doen, zoals: ‘God bless, when I see you, all I get is wild, wild thoughts!’ Ze laat zien dat catcalling meer is dan een ‘onschuldig’ fluitje van een bouwvakker als een kortgerokte dame langs zijn bouwput loopt.

Het scheppen van bewustzijn is hopelijk een eerste stap naar een nieuwe algemene moraal wat betreft naroepen. En in de psychologie is allang bewezen dat intrinsiek motiveren effectiever is dan straffen. Laten we de moraal uit de feministische bubbel halen en uitsmeren over de hele wereld. Die bubbel is namelijk klein, besefte ik weer toen ik gister een tienermeisje vragend naar een boekje met ‘feminism’ zag wijzen. ‘Ik hoor dit de laatste tijd zo vaak, maar wat betekent het eigenlijk?’ vroeg het meisje aan een vriendin.